Wanneer je vermoedt dat je kind hoogbegaafd is, dan kan het zijn dat je kind lekker in zijn vel zit en de school meewerkt met extra uitdaging, dat jouw kind zich begrepen voelt, vriendjes heeft en op zijn plek zit. Dat gebeurt gelukkig vaak!

Het kan echter ook zo zijn dat je kind niet lekker in zijn vel zit, in zijn klas geen aansluiting vindt bij andere kinderen en zich niet begrepen en gezien voelt op school en daar ongelukkig van wordt en misschien daardoor gaat onderpresteren.

In dat geval kan het prettig zijn om je kind te laten testen, zodat je weet of hoogbegaafdheid meespeelt. Of het een oorzaak kan zijn van de problemen. En met de uitslag c.q. uitslagen van zo’n test in de hand, heb je een goede opening om op school (verder) te praten over hoe de school kan meehelpen aan een blijer kind.

IQ meten bij een jong kind

Het IQ van een kind is echter pas vanaf ongeveer 8 jaar min of meer stabiel. Eerder testen kan wel, maar richt zich meer op ‘ontwikkelingsvoorsprongen’. IQ-waarden zijn dan minder betrouwbaar.

Als je je kind wilt laten testen kan je zelf een psycholoog of orthopedagoog opzoeken; dat hoeft niet via de huisarts. Soms wil de school het onderzoek voor je regelen (en dus bekostigen): zo’n onderzoek wordt door de school dan meestal ingekocht bij de onderwijsbegeleidingsdienst.

Het is goed om te weten dat de meeste onderwijsbegeleidingsdiensten ook mensen in huis hebben die gespecialiseerd zijn in hoogbegaafdheid. Probeer erachter te komen of zo’n hoogebegaafde-specialist beschikbaar is en vraag of die persoon jouw kind wil testen.

Laat ook jezelf testen

Als je kind hoogbegaafd blijkt te zijn, onderzoek dan ook eens of jij dat als ouder óók bent. Het komt namelijk vaak voor dat hb-kinderen ook hb-ouders hebben! En door het bij jezelf te laten testen geef je je kind het signaal dat je je kind serieus neemt. Bovendien kun je daardoor ook meer begrijpen van jezelf en van je kind. Dat testen bij volwassenen kan betrekkelijk eenvoudig en goedkoop bij de vereniging Mensa (kijk eens op: www.mensa.nl/thuistest).

Als je na de thuistest kiest voor de officiële toelatingstest bij Vereniging Mensa Nederland, dan dien je een minimale leeftijd te hebben die per test verschilt; informeer daar bij Mensa naar. Overigens voert Mensa geen uitgebreid psychologisch onderzoek uit, maar meet het alleen de algemene intelligentie.

Voor jongere kinderen moet je elders zijn, bij een psycholoog of een orthopedagoog voor een officiële IQ-test. Zoals ik al eerder aangaf is het belangrijk om een psycholoog of orthopedagoog te zoeken die ervaring en affiniteit heeft met hoogbegaafdheid. Dat is vooral van belang als je vermoedt dat je kind aan het onderpresteren is, omdat dat een onderzoeker nog wel eens op het verkeerde been zou kunnen zetten (lees: het onderpresteren niet als zodanig herkent).

Op de pagina ‘Bibliotheek’ van mijn website staan (rechtsboven) twee goede bureaus genoemd die ruim voldoende hb-testervaring hebben.

Meer informatie is nuttig!

Als blijkt dat je kind hoogbegaafd is (en jijzelf wellicht ook), dan zou je je eens goed in moeten lezen in wat hoogbegaafdheid is en betekent voor jullie en je omgeving. Veelal zijn er al signalen geweest vanaf dat je kind heel klein was, alleen heb je die vast vaak niet gezien als ‘bijzonder’. Maar als je terugkijkt, met de wetenschap dat je kind hoogbegaafd is en met de kennis die je daarover hebt opgedaan, zullen er veel puzzelstukjes op z’n plaats vallen.

Een hoogbegaafde heeft over het algemeen veel behoefte om zich begrepen en gezien te voelen. Dat komt omdat het daaraan nogal eens ontbreekt. Immers, slechts ongeveer 2% van de mensen is hoogbegaafd en dus 98% van de mensen, de mensen die je in het dagelijks leven bijna altijd tegenkomt, zijn niet hoogbegaafd. Omdat hoogbegaafden niet alleen sneller maar ook anders denken, voelen hoogbegaafden zich in het dagelijks leven vaak niet begrepen. Missen ze de klik; voelt het voor ze alsof ze er niet bij horen. Het kan dan erg fijn zijn als je met andere hoogbegaafden in contact komt, met zogenaamde ‘peers’ (ontwikkelingsgelijken).

Gelukkig zijn er steeds meer initiatieven die erop gericht zijn om peers met elkaar in contact te brengen. Denk naast Vereniging Mensa ook aan Pharos (voor kinderen) en (buitenschoolse) plusklassen.

Samenvatting:

Een kind laten testen is eigenlijk alleen nodig als er problemen zijn met het kind. Bedenk dan dat zo’n test vóór het achtste levensjaar minder betrouwbaar is dan erna. En zoek vooral naar een onderzoeker die ervaring en feeling heeft met hoogbegaafdheid. Uiteindelijk kan de wetenschap dat er sprake is van hb voordelen bieden, zoals inzicht en een school die (nog) beter meewerkt en het actief op zoek gaan naar ‘peers’.