Als ik érgens een hekel aan heb, is het als ik ongeduldig genoemd word. Want laat ik één ding duidelijk maken: ik ben NIET ONGEDULDIG! Ik zeg het nog één keer: IK BEN NIET ONGEDULDIG! Begrijp je het nu?!

Biecht: dit is maar de helft van mijn reactie. Het liefste wil ik gewoon roepen: ik ben NIET ONGEDULDIG, jij bent gewoon SLOOM!

Als iemand jou ongeduldig noemt, geeft hij een oordeel over een bepaalde reactie, afgemeten naar zijn eigen standaard en verwachtingen. Geduldige mensen zullen een ander eerder ongeduldig noemen, dan ongeduldige mensen. Allemaal relatief.

Stappen overslaan

Er is tot mij doorgedrongen dat ik in de ogen van anderen (en vooral in hun brein) stappen oversla in het denkproces. Dat is mooi, want dat past uitstekend in het profiel van een hoogbegaafde. En ik kan er dus niets aan doen, als dat gebeurt, dat komt door dat gekke denken van me, al doe ik mijn best om er op te letten. (Dit slaat eigenlijk nergens op, want ik doe dat niet bewust, maar anderen horen dat graag, het klinkt wel vriendelijk en ik dek mezelf een beetje in.)

Aangezien ik geen idee heb van hoeveel stappen ik oversla in denkprocessen, vind ik meestal dat ik héél geduldig ben. Ik zeur niet, geeuw niet, zit zo min mogelijk te jagen en ik probeer niet te zuchten en te snauwen, in die eeuwig durende periode dat ik moet wachten tot de ander aankomt op het punt dat ik duidelijk wil maken.

Ongeduldig word ik pas als ik vermoed dat iemand iets niet wil begrijpen.

Het slechte nieuws is dat ik vaak vermoed dat iemand iets niet wil begrijpen.

Het goede nieuws is dat ik blijkbaar verwacht dat die ander het best kán begrijpen. Hij zou mij begrijpen, als hij maar eens even zijn best wilde doen.

Ik weet zeker dat dit niet alleen voor mij geldt: heel veel hoogbegaafden herkennen dat gevoel bij hun communicatie met kinderen, ouders, leerkrachten, werkgevers… Als er één veelgebruikt denkwolkje is bij hoogbegaafden, dan is het wel ‘denk nou even na!’

Niet alles tegelijk? Waarom niet?

Het is echt irritant voor die arme, snelle denkers, het altijd maar moeten wachten tot familie, collega’s en klasgenoten voldoende uitleg hebben gekregen, voor de hand liggende zaken hebben uitgekauwd, besef en inzichten hebben herhaald, enzovoort enzovoort, tot het kwartje valt. Tegen de tijd dat het kwartje valt, zit de hoogbegaafde allang in een ander muntensysteem, waar kwartjes hooguit nog geinig zijn om weer eens tegen te komen onderin een vergeten tas op zolder.

Wil daarom iedereen die zich wendt tot een hoogbegaafde zich even bedenken, voordat je tegen je hoogbegaafde vriend, ouder, kind of collega roept dat hij zo ongeduldig is? Eigenlijk schat die briesende hoogbegaafde jou namelijk hoog in. Hij begrijpt niet

  • dat je het misschien niet kan of wil begrijpen;
  • dat je het misschien niet interessant genoeg vindt;
  • dat je je nog loopt af te vragen waar je je bankpas hebt gelaten, dus dat je hersens al bezig zíjn;
  • dat je de avondmaaltijd bereidt en dat ervaring leert dat je daar maar beter je hoofd bij kunt houden.

Heb geduld met de ongeduldige hoogbegaafde. Het valt allemaal niet mee. En als je echt je geduld met hem verliest, vraag dan of hij even wil helpen met iets waar jij razendsnel in bent. Aardappels schillen, bijvoorbeeld. Als je het tenminste niet erg vindt dat het eten dan wat later klaar is…

Ik lees heel graag jouw ervaringen hieronder terug!